Het weer in Thailand

Thailand is een tropisch land waar alle drie de tropische klimaatsoorten uit het Köppen-Geiger klimaatsysteem voorkomen. De noordelijke helft van Thailand kent een tropisch savanneklimaat, die aangeduid wordt met de lettercode Aw. Het zuidelijke deel van Thailand heeft grotendeels een tropisch moessonklimaat (het Am-klimaat) met enkele gebieden (o.a. de provincies Nakhon Si Thammarat en Narathiwat) waar een tropisch regenwoudklimaat (type Af) heerst. De verschillen zitten vooral in de hoeveelheden neerslag die er per plek in bepaalde maanden gemeten worden. De verschillen in temperatuur zijn beduidend kleiner, hoewel er wel sprake is van hetere en wat minder hete periodes.



Drie seizoenen

Het klimaat van Thailand mag je in drie seizoenen indelen. In tropische regio’s is een jaar met slechts twee of drie seizoenen zeer gebruikelijk. Vier seizoenen zoals wij die in Nederland kennen komen vrijwel alleen maar voor in klimaatgebieden waar er sprake is van een duidelijke winter, een zomer en twee tussenseizoen die voor de overgang tussen de zomer en winter vormen. In het geval van tropische bestemmingen zoals Thailand is de hoeveelheid regen vaak bepalend voor de afbakening van de seizoenen. Daarnaast zie je dat de temperaturen in het drogere seizoen oplopen, waarna die weer dalen op het moment dat het regenseizoen aanbreekt.

Voor Thailand kun je grofweg de volgende drie seizoenen onderscheiden:

Vanaf half/eind november tot eind februari is in Thailand het koele droge seizoen. Bij een ‘koel’ seizoen moet je nog steeds denken aan middagtemperaturen die tegen of rond de dertig graden liggen. Aan het begin van het droge seizoen is Thailand weelderig groen en daardoor volgens velen op z’n mooist. De zon laat zich vaak zien en langs de kust is de zee op z’n mooist, omdat de meest intense blauwe kleuren in dit seizoen het beste zichtbaar zijn.

Naarmate de relatieve droogte aanhoudt, stijgen de temperaturen. Daardoor wordt in de loop van maart het hete seizoen ingeluid. Temperaturen liggen overdag dan op veel plekken in Thailand ruim boven de dertig graden Celsius. Gemiddelde maxima van pakweg 34 tot 36 graden zijn dan normaal. De hoeveelheid neerslag begint in dit seizoen ook toe te nemen. In april zie je al een toename in het aantal buien en de intensiteit van de buien. Ook zie je dat de wind op de meeste plekken in Thailand draait. Waar deze eerst nog vooral uit oostelijke en noordelijke richtingen kwam, daar zie je in dit seizoen een draai naar hoofdzakelijk zuidelijke winden. Aan het einde van het hete seizoen, medio juni, zie je dat de wind steeds meer vanuit het westen waait.

Vanaf juli spreek je van het regenseizoen in Thailand. De hoeveelheid regen neemt toe, met vaak een piek in september en oktober. Op sommige plekken ligt de piek van de hoeveelheid neerslag in november, dat direct als laatste maand van het regenseizoen gezien mag worden. Op Koh Samui is dit vaak de natste maand met hoeveelheden die vaak rond de vijfhonderd millimeter in één maand liggen. Afhankelijk van de regio loopt het regenseizoen meestal half of eind november ten einde. In sommige regio’s moet je tot half december wachten. Tijdens het regenseizoen vallen er vaak pittige buien. Het aantal dagen waarin het vrijwel alleen maar regent blijft beperkt. Meestal laat de zon zich ook wel geregeld zien.

weer

Het weer houdt zich niet altijd aan de regels

Hoewel de zuidwestmoesson en de noodoostmoesson zich jaarlijks aan een redelijk vast patroon lijken te houden, zijn er ook weleens afwijkingen. Daardoor kan een regenseizoen eerder of later op gang komen, maar ook eerder of later eindigen. Met de wetenschap dat het regenseizoen, afhankelijk van je bestemming in Thailand, meestal zo ergens tussen half november en half december op zou moeten houden moet je doen beseffen dat een uitloop van het regenseizoen invloed kan hebben op je kerstvakantie in Thailand. Dat hebben ze bijvoorbeeld in het winterzonseizoen 2016/2017 in Thailand ervaren. Begin december werden delen van Thailand geteisterd door voor die periode uitzonderlijke hoeveelheden regen. Het onstabiele weer hield nog een paar weken aan in grote delen van Thailand. Begin januari 2017 leidde zware regenval zelfs nog tot overstromingen in het zuiden van het land. Het gevolg was een ravage op verschillende plekken en tientallen dodelijke slachtoffers. Het is daarom goed te weten dat het weer geen enkele garantie biedt. Langjarige gemiddeldes en trends zijn een goede richtlijn. De weergoden hebben ook in Thailand soms wat anders in gedachten dan wat je op basis van voorgaande jaren zou verwachten.




Temperaturen

Wie het snel koud heeft die zal Thailand heerlijk vinden. Verkoeling vind je hier alleen maar in ruimtes met airconditioning of in de zee. En zelfs daar zul je het zelden echt koel vinden. Het zeewater rondom Thailand is immers zelden koeler dan 27 graden Celsius. Gemiddeld moet je op zeewatertemperaturen van 28 tot 30 graden Celsius rekenen. Als je kijkt naar de luchttemperaturen dan zie je dat het in de koelste maanden (december en januari) overdag meestal zo rond de 27 tot 30 graden is. Tijdens de warmste maand (april) loopt dit op naar 32 tot 38 graden Celsius, afhankelijk van waar je zit. Landinwaarts zijn de verschillen tussen de koudste en warmste maand over het algemeen groter dan aan de kust, waar het zeewater invloed uitoefent op de luchttemperatuur.

Als je kijkt naar de minimumtemperaturen dan zie je grotere verschillen tussen de kustgebieden en het binnenland van Thailand. In het koelere droge seizoen dalen de temperaturen in de badplaatsen naar pakweg 23 tot 26 graden Celsius. In het warmere seizoen en in het regenseizoen is dit gemiddeld 25 tot 28 graden Celsius. De bandbreedte waarbinnen de minimumtemperaturen zich bewegen is dus vrij klein. In de binnenlanden van Thailand zie je grotere verschillen. In de koelere maanden kan het kwik daar gemiddeld dalen naar 13 tot 17 graden Celsius, terwijl dit in de heetste maanden zo tussen de 23 en 27 graden Celsius ligt.

In Thailand zijn temperaturen onder de 10 graden Celsius of boven de 40 graden Celsius vrij zeldzaam. Vorst komt in Thailand nooit voor, ook niet aan de grond. De enige vorst die Thailand kent is de koning.

Regen

Zoals we al op deze pagina beschreven hebben kent men in Thailand een droge periode en een regenseizoen. Deze moessonperiode verschilt een beetje van streek tot streek. De eerste maanden waarin de hoeveelheid neerslag stijgen zijn april en mei. In juni en juli zie je soms een lichte daling, waarna het vanaf augustus vaak aanzienlijk natter wordt. Neerslag valt in Thailand meestal in de vorm van buien, die erg pittig kunnen zijn. Regenbuien gaan niet zelden gepaard met (flink) onweer. Soms zijn er periodes waarin er in korte tijd enorme hoeveelheden regen vallen. Dit kan leiden tot overstromingen en zelfs aardverschuivingen. Dit is gelukkig geen jaarlijks verschijnsel.

De jaarlijkse hoeveelheden regen verschilt van bestemming tot bestemming. In Chiang Mai is dat ongeveer 1100-1200 millimeter, Bangkok is met 1600-1700 millimeter per jaar wat natter en Koh Samui is relatief nat met ongeveer tweeduizend millimeter regen per jaar. Meer dan de helft daarvan vat in de laatste drie maanden van het kalenderjaar, met november vrijwel altijd als natste maand. Het populaire Phuket is nog iets natter: gemiddeld 2200-2300 millimeter regen per jaar. Daar zie je wel dat de regenperiode wat geleidelijker verloopt. September en oktober zijn in Phuket de natste maanden.

regen in Thailand

Zon en bewolking

Bij een tropische vakantie denk je al snel aan witte stranden, een felblauwe zee, groene palmbomen en een helderblauwe lucht met misschien wat vriendelijke wolkjes. Dit ideaalbeeld komt vaak niet overeen met de werkelijkheid. Hoewel de zon vrij veel schijnt in Thailand, is het vaker bewolkt dan zonnig in Thailand. Dat geldt vooral voor de periode mei tot en met oktober, dat grotendeels overeenkomt met het regenseizoen in Thailand. Gemiddeld is het dan 50 tot 60 procent van de tijd zwaar tot geheel gewolkt en zo’n 30 tot 35 procent van de tijd half tot zwaar bewolkt. Slechts zo’n tien procent van de tijd is het onbewolkt tot licht bewolkt. In het aantal zonuren valt het nog wel mee, omdat ook bij grotendeels bewolkt weer de zon zich nog wel regelmatig laat zien. In het drogere seizoen zijn de statistieken een stuk gunstiger. Dan is het meer dan de helft van de tijd onbewolkt of lichtbewolkt.

Het aantal uren zonneschijn is het aantal uren dat de zon ongehinderd door wolken het aardoppervlakte bereikt. Bij die statistieken scoren de Thaise bestemmingen over het algemeen goed. Denk bijvoorbeeld aan 2600-2700 uur zonneschijn per jaar in Bangkok, ruim 2000 uur per jaar in Phuket en tussen de 2100 en 2200 uur per jaar in Koh Samui. Het in het noorden gelegen Chiang Mai is jaarlijks goed voor pakweg 2500 uren zon per kalenderjaar.

Winterzon in Thailand

Omdat klimatologisch het beste reisseizoen vrijwel gelijk loopt met de winters in Europa, is Thailand een bijna ideale winterzonbestemming. Na afloop van het regenseizoen zie je dat de hoeveelheid zon snel toeneemt, het aantal buien daalt en de temperatuur veelal rond aangename waardes van pakweg 28 tot 33 graden Celsius liggen. Prima omstandigheden dus om tijdens de koele Europese winters lekker op te warmen in Thailand. Het feit dat deze periode zo gunstig is voor een vakantie naar Thailand heeft helaas ook effect op de prijzen. Dit is het hoogseizoen wat bijna letterlijk vertaald kan worden als het dure seizoen. Vooral vanaf half december tot begin januari is Thailand enorm in trek waardoor de prijzen naar soms buitensporige hoogtes opgestuwd worden. Wie echter in februari of maart naar Thailand vliegt voor een rondreis of strandvakantie die treft het iets beter qua prijzen. Ook is de drukte dan wat minder erg dan in de piek van het hoogseizoen.